SIBreis naar Israel en Jordanie - Reisverslag uit Jeruzalem, Israel van gerjanne voortman - WaarBenJij.nu SIBreis naar Israel en Jordanie - Reisverslag uit Jeruzalem, Israel van gerjanne voortman - WaarBenJij.nu

SIBreis naar Israel en Jordanie

Door: gerjanne

Blijf op de hoogte en volg gerjanne

12 September 2010 | Israel, Jeruzalem

Waar kom je vandaan? Waar ben je geweest? Met wie? Hoe lang?
Rustig wordt het meisje verslag gedaan van onze reis. De nadruk wordt wat extra op bepaalde zaken gelegd en andere dingen lijken even wat onbelangrijker.
Zo serieus als op de heenweg nemen we de douane al niet meer. De vele controles van de afgelopen tijd maken dat we als vanzelf meedoen met de routine die ik intussen meer als symbolisch beschouw dan daadwerkelijk van veiligheidsbelang.

Het lijkt alweer erg lang geleden dat we vertrokken, dat we op vier juli met z'n tweeëntwintigen op het vliegveld in Keulen in stonden te studeren “were on a holiday :)”(mind the smile). Niet dat we iets te verbergen hadden, maar je weet t maar nooit, niemand van ons was ooit in Israël geweest...
Diezelfde avond bereikten we Tel Aviv, om onze holiday in te luiden namen we een duik in de Middellandse zee.

Ik had t mis door te denken dat ik me nog een dagje aan politiek kon onttrekken. Al ging het niet over Hamas of Hezbollah, de frustraties liepen hoog op toen een Joodse jongen uit Californië die in hetzelfde hostel zat, me feliciteerde met de winst van ene G. Wilders in ons land. Zijn ouders sponsorden die o zo arme onbegrepen man...

De volgende ochtend bezochten we de Nederlandse Ambassade om wat meer van de situatie ter plekke te begrijpen. Beetje jammer dat in mijn herinnering aan die ochtend als eerste de lekkere koffie en de verkoelende airconditioning naar boven komt. Maar ze hadden ons ook zeker wel wat inhoudelijks te vertellen. Het meeste hadden we denk ik al wel eens gelezen of gehoord, maar goed om het nog een keer op een rijtje te krijgen.

Het conflict in het gebied is een historisch conflict, tussen groepen die er verschillende ideeën over de geschiedenis op nahouden. Eind 19e eeuw ontstond in Europa het Zionisme, een beweging met als doel het stichten van een Joodse staat. Het aangewezen gebied daarvoor leek het toenmalige Mandaatgebied Palestina. Ten tijde van het nazisme vluchten Joden in grote getallen naar Palestina, waar op 14 mei 1948 de joodse staat Israël werd uitgeroepen. Voor beide groepen een historische datum. Voor de Joden een feestdag omdat ze een eigen land kregen na tijden van discriminatie en vervolging. Voor de Palestijnen het begin van een grote catastrofe waarbij vele dorpen vernielt werden en honderdduizenden Palestijnen verjaagt werden van hun land. Sinds de stichting van Israël is de strijd verder gegaan, in 1967 werd ook Gaza en de Westelijke Jordaanoever bezet, deze bezetting duurt tot aan de dag van vandaag voort. De Nederlandse ambassadeur legde ons de vier punten voor waarop vredesbesprekingen keer op keer stuklopen. Zo bestaat er onenigheid over waar de grens zou moeten lopen bij afscheiding van het gebied in een Israëlische en een Palestijnse staat. Ook de zojuist genoemde vluchtelingen zijn een hekel punt. Volgens de VN hebben zij recht op terugkeer, maar wanneer Israël deze mensen hun land terug zou geven en miljoenen vluchtelingen terugkeren, zouden de Joden niet langer een meerderheid vormen en binnen een democratie zou dat het einde van de Joodse staat betekenen. Ook de hoofdstad Jeruzalem is een twistpunt, beide partijen zien Jeruzalem als een heilige stad en willen het niet kwijt. In het oorspronkelijke plan was de stad verdeeld in oost en west, maar in 1967 heeft Israël ook het Oostelijke gedeelte bezet en zijn er vele Joodse kolonisten gaan wonen. Deze nederzettingen in de bezette gebieden zijn niet toegestaan volgens internationaal recht, maar in de praktijk leven honderdduizenden kolonisten in bezet gebied. Doordat Israël voor de VS een strategische partner is, krijgt Israël onevenredig veel steun van buiten. Nederland neemt over het algemeen ook een pro-Israël houding aan.

Ik moet zeggen dat ik zelf ook, misschien door geschiedenislessen over de tweede wereldoorlog, het die mensen ook wel gunde om een eigen land te hebben, en t is maar een klein stukje grond... waar hebben we het nou over?!? Maar als je dan opeens daar staat en de consequenties voor je ziet...

De rest van de middag waren wat ik voor me zag echter vooral de mannen van de kustwacht op het strand van Tel Aviv die tussen het redden van levens en het verzorgen van kwallenbeten door, graag wat tijd vrij maakten voor een drankje en een praatje met twee Nederlandse blondines in hun uitkijktoren. Na nog een flinke wandeling langs het strand en door het oude deel van de stad verruilden Yvet en ik de sandalen voor iets eleganter schoeisel om het nachtleven van Tel Aviv te verkennen. Met hoge verwachtingen vertrokken we en liepen de hippe loungeachtige tentjes aan de boulevard voorbij om het échte werk op te zoeken. Anderhalf uur later zaten we weer op het strand om te concluderen dat maandagavond in Israël wel niet de stapavond zal zijn.

De bus naar Jeruzalem deed er iets langer over dan normaal. De chauffeur vertelde me de reden van de file; het verhaal dat ik toevallig een paar dagen eerder in de krant had gelezen. De familie van Gilad Shalid, een Israëlische soldaat die al vier jaar wordt vastgehouden als gijzelaar door Hamas, loopt samen met duizenden symphatisanten een protestmars vanuit het noorden van het land naar het huis van president Netanyahu in Jeruzalem. Terwijl we in de file stonden zagen we een aantal vrouwen, lopend over de vluchtstrook met nog flink aardig wat kilometers voor de boeg met een Israëlische vlag om hun schouders gebonden. In ruil voor de vrijlating van Shalid eist Hamas de vrijlating van 1000 gevangen genomen Palestijnen.

Eenmaal in de hoofdstad gingen we naar Yad Vashem, het museum over de Holocaust. Het verhaal van het Joodse volk werd verteld door een lange weg van beelden, teksten en voorwerpen. Het begon bij de bijbelse tijd en hoe de Joden de schuld kregen van de veroordeling van Jezus, van de oorsprong van antisemitisme, via oorlogen en vervolgingen tot de stichting van de staat Israël. Een heel nieuw en groots opgezet museum en herdenkingsplaats waar veel, met name nare, verhalen samengebracht zijn.

De sfeer sloeg gelijk om toen men eenmaal terug in het hostel oranje sjaaltjes en shirts uit backpacks begon te vissen en op zoek ging naar bier: Het was de avond van de halve finale. Tijdens de wedstrijd heb ik mijn sympathie met het lichtblauw van Uruguay enigszins moeten onderdrukken, maar toch oprecht meegejuicht met de massa in de Arabische Chichabar die wij als groep al voor de helft opvulde. Of de andere helft van de zaak daadwerkelijk zo van oranje hield of gewoon spontaan meejuichte vanwege de gezelligheid en omzet van de avond, was me niet duidelijk. Wel is me duidelijk dat het WK in Israel en Jordanie zeker leeft, al spelen ze zelf niet mee.

Ook de volgende dag in Hebron kwamen we niet om het onderwerp heen. Zelfs de heilige graven van Abraham en Sarah waren voor de locals niet heilig genoeg om ons naar onze verwachting voor de finale te vragen tussen de gebeden door. Aan ons bezoek aan de tombes ging heel wat vooraf waardoor wijzelf wel even ergens anders met onze gedachten zaten.

Het was een vreemd bezoek aan bizarre stad. We kregen een rondleiding door de stad van een gids die ruim te laat was omdat hij onderweg was aangehouden door soldaten; “flying checkpoints” die de Palestijnse bewoners controleren. De checkpoints waren alom aanwezig, naar mijn idee meer symbolisch om te laten zien wie er de baas is; het zakmes dat per ongeluk nog in mijn tas zat kwam nooit boven water, al werd mn tas zeker vier keer opengehaald en zijn we meerdere malen door van die poortjes gelopen die bij de gemiddelde discotheek in Nederland al beginnen te piepen bij de gesp van mn riem. 1200 Israëlische soldaten bewaken deze stad in de Westelijke Jordaanoever waar een paar honderd Joodse kolonisten wonen. Het absurd hoge aantal soldaten zal wederom meer van politieke aard zijn dan dat het noodzakelijk is voor de veiligheid. Een kaart aan de wand van de organisatie die we bezochten toonde ons een paar stipjes die aangeven welke gebieden Joods zijn. Tussen de nederzettingen loopt een weg die alleen door joden gebruikt mag worden(!!). Joodse kolonisten zijn hier gekomen om 'hun' land op te eisen.
Ik vraag me af waarom mensen toch zo graag op deze plek wil wonen in Palestijns gebied, met een verhouding van joodse inwoners: soldaten van 1:3. In zo'n gespannen situatie wil toch niemand zijn kinderen op laten groeien?! De Joden die hier verblijven moeten wel in de volle overtuiging zijn dat het Gods wil is dat zij op uitgerekend die plek zijn. Mij wordt verteld dat deze 'hardcore zionisten' niet vóór de staat Israël zijn. Geen president of premier kan over hen heersen, de enige die de dienst uitmaakt is God. Door de Israëlische regering worden deze extremisten als terroristische groepering beschouwt. Ik kan me zo weinig voorstellen bij de haat die deze mensen moeten voelen tegenover mensen met wie ze een stad delen maar totaal niet kennen.

Hebron is een belangrijke stad voor beide groepen, in de stad staan de tombes van de Abraham en Sarah, de heilige aartsvaders voor zowel Joden, Moslims en Christenen. De tombes lagen in een moskee waar ze door moslims vereerd werden. In 1994 schoot een joodse extremist verschillende mensen neer die aan het bidden waren. Momenteel is het gebouw waarin de tombes staan, opgedeeld in een moskee en een synagoge.

Als eerste gingen we de synagoge binnen. Onze gids kon niet in de buurt komen, laat staan mee naar binnen. De weg die naar de joodse ingang leidt wordt gescheiden door een muurtje van ongeveer een meter hoog. Joden en internationals rechts, Palestijnen links.

Wanneer we afscheid hebben genomen van de gids die ons zijn stad heeft laten zien, zwaaien we nog even en roept hij ons na vanaf de andere kant van het muurtje “ Now this is what you call Apartheid!” met gemengde gevoelens gaan de de synagoge in nadat onze tassen nog tweemaal doorzocht zijn. Vervolgens gaan we door de beveiliging terug om aan de moslimzijde opnieuw nagespit te worden door Joodse soldaten. We zien door tralies in de moskee hetzelfde beeld dat we zagen vanuit de synagoge; de andere zijde van dezelfde tombes. Waar Abraham en Sarah van rechts worden aanbeden met de Thora in de hand en een hoed en pijpenkrullen op t hoofd, worden ze van links aanbeden met de Koran in de hand op blote voeten met een hoofddoek op het hoofd.

Wanneer we ook de moskee verlaten, gaan we door de enige toegangsweg, het zwaar beveiligde poortje terug naar het centrum van de stad. Andere toegangswegen zijn afgesloten met hekken, muren en prikkeldraad. We lopen terug naar de bus door de smalle straatjes waar men probeert de ooit bloeiende economie in leven te houden. Tussen de huizen in de smalle straatjes zijn netten gespannen om het afval op te vangen dat door Joodse extremisten naar beneden wordt gegooid. 'Gewoon', om te pesten.

Later die middag touren we door het oude stadscentrum van Jeruzalem. Een mooie stad! binnen de stadsmuren is veel van de lange geschiedenis van de stad terug te vinden. We liepen door de verschillende wijken en is was onder de indruk van de contrasten binnen een stadscentrum; de hippe nieuwe joodse wijk met de man die van die rode madonna touwtjes uitdeelde aan mensen die een bijdrage wilden leveren aan arme joodse families; de in mijn ogen wat mysterieuze Armeense wijk, want wat doen die hier nou weer?! (Voor mij blijft het een mysterie omdat ik tijdens de uitleg van de gids ter plekke meer belangstelling had voor het winkeltje met koele drankjes) ;het Ethiopische klooster op het dak van de heilige grafkerk, ( door het bezoek van de Ethiopische koningin Sheba aan koning David (andere tijden) zijn zij allen afstammelingen van David en dus Joods ); van de auto's die zich door onmogelijke bochten in de stadsmuur manoeuvreerden; van de klaagmuur vol briefjes met wensen aan God; van de geuren van de kruiden in de Arabische smalle straatjes...
En net als je denkt, 'wow! wat een heerlijke stad...',
stormen er een paar soldaten voorbij met zo'n enorm geweer over de schouder,
Bang! Back to reality!

Jongens en meisjes zijn het, ze staan overal....gewoon te bellen of een sigaretje te roken of hun haren te kammen, en dan met zo'n AK47 (of zoiets) over de schouder, het is geen gezicht! Het steekt vreselijk af bij het plaatje van deze mooie stad. Welk land laat nou alle jongeren wennen aan het rondlopen met zo'n dodelijk apparaat?!!

Wanneer is 's avonds nog even in mijn eentje door de stad loop en een tijdje blijf zitten om naar de mensen te kijken bij de klaagmuur valt me op dat de orthodox Joodse mensen die ik zie allemaal zo zakelijk en gehaast lijken. Komt misschien ook door het pak, maar ze lopen werkelijk allemaal snel, vaak met een mobieltje aan het oor. Ze lijken een beetje onbereikbaar voor buitenstaanders. Nu ik er toch ben waag ik mn kans en spreek de meest vriendelijk uitziende man met pijpenkrullen aan. Het valt me op dat ik de dagen dat we hier zijn vooral met Arabieren heb gesproken. Wanneer deze man best met me blijkt te willen praten, sta ik even met mn mond vol tanden. Ik weet eigenlijk ook niet zo goed wat ik eigenlijk vragen wil. We voeren ondanks wat zenuwen en een kleine taalbarrière nog een aardig gesprek. Ik kreeg een beetje bevestigd wat ik al vermoedde misschien. Tuurlijk is deze man niet blij met de situatie, hij vond het niks in het leger en vindt het niks dat het zijn kinderen waarschijnlijk ook te wachten staat. Maar het is, in zijn ogen, noodzakelijk.
Dat er gevochten wordt is van essentieel belang voor het behoud van de staat Israël, het land dat zijn ouders een halve eeuw geleden bereikten na tijden van discriminatie en vervolging op andere plekken in Europa. De man lijkt verbaast te horen dat wij op bezoek zullen gaan in een vluchtelingenkamp. Hij weet wel van het bestaan, maar veel besef van dat zich dat zo vlak bij deze zo vredig ogende plaats afspeelt heeft hij geloof ik niet. Nee, de Arabieren die 'intussen' in het land waren komen wonen hoefden heus niet allemaal verjaagd te worden of in kampen te leven, ze mogen best terug naar het land dat zij bezaten, maar dan moeten ze wel accepteren dat het eigenlijk niet hun land is en moeten ze de regels van de joodse democratische staat accepteren. Maar als ze dat niet doen, en bommen blijven gooien, dan zullen de Joden zich moeten blijven verdedigen.. Wanneer ik de man bedank en een hand wil geven, blijft mn hand in de lucht zweven.. 'sorry, we don't do that'.

Met zin om eens terug te komen verlaten we Jeruzalem. Een stad waar verschillende mensen samen, maar vooral langs elkaar heen lijken te leven.

Aangekomen bij de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah wacht ons behalve lekkere koffie, weer een interessant verhaal. Uitgepraat over het conflict raken we zeker niet, hoe meer perspectieven en verhalen, hoe..... nouja, ik wilde zeggen hoe duidelijker het wordt, maar eigenlijk lijkt het er alleen maar ingewikkelder door te worden! Juist door de verschillende nuances die we ook mee krijgen, vindt ik het steeds moeilijker om op een rijtje te krijgen wat er precies speelt, laat staan wie ik de schuld ervan kan geven.

Twee medewerkers van de Nederlandse vertegenwoordiging (die geen ambassade mag heten omdat Palestina geen staat is) leggen nog eens uit hoe ongelijkwaardig het conflict is, Israël krijgt meer steun, heeft meer geld, wapens, manschappen en voert de uiteindelijke controle uit. Zelfs in de Palestijnse gebieden heeft Israël het uiteindelijke recht in handen, het Israëlische leger beter gezegd; een militaire macht. Je moet je dus voorstellen dat niet een regering, maar een leger voornamelijk bestaande uit 18 tot 21 jarigen de baas kan spelen. Van de politieke praat in Ramallah, is het verhaal dat het meeste is blijven hangen dat van een rotonde waar een Joodse en Palestijnse weg samenkomen en waar niet rechts, of degene die het eerste aankomt, maar Joden voorrang hebben....

Na het conflict en onze verwachtingen voor de WK finale besproken te hebben rijden we verder naar Bethlehem. In deze universiteitsstad bezoeken we een organisatie die streeft naar een gelijkwaardige behandeling voor alle inwoners van Israel en de Palestijnse gebieden. Het valt me op dat de terugkerende vraag van onze kant steeds is wat de oplossing kan zijn, twee afzonderlijke staten, één groot geheel, of misschien toch iets met internationale macht...? Hier wordt ons benadrukt dat het wanneer je het slecht hebt, je waarschijnlijk niet uitmaakt of het land waar je woont Israël of toch Palestina of nog heel anders heet, zolang je een waardig leven kan leiden.
Vanaf Badil gaan we verder naar Camp Aida een vluchtelingenkamp opgericht in 1948, het jaar dat Israël gesticht werd en Palestijnen verjaagt werden.
De meeste inwoners van het kamp zijn intussen in het kamp geboren en kennen de plek niet waar ze zo naar verlangen en vastbesloten zijn naar terug te keren. Het kamp bestaat uit stenen huisjes en is ingesloten door een muur met torentjes waarvandaan soldaten de boel in de gaten houden. Wat ik het meest triest vindt is dat deze mensen altijd het idee zullen hebben dat ze het ergens anders beter gehad hadden kunnen hebben. Wat waarschijnlijk ook zo is. Men lijdt geen honger, kinderen gaan gewoon naar school en ouders naar hun werk... Toch is dit een ander Bethlehem dan dat ik me had voorgesteld.

Om voordat we de stad en daarmee het Palestijnse gebied weer verlaten gaan we toch nog even langs de geboortekerk om iets van datgene te zien waar Bethlehem meer bekend om is. Een super klein deurtje leidt ons een massale kerk binnen waar grote grijze betonnen zuilen worden afgewisseld met sierlijke lampen en decoraties die veel van kerstballen weg lijken te hebben. Een kribbe is onvindbaar. Achter het altaar leidt een trappetje naar een kleine kamer waarin tussen alle versieringen en kunstwerken een eenvoudig sterretje op de grond aangeeft dat het de plek betreft waar Christus geboren is. Ik doe even mn best iets bijzonders te voelen, iets anders dan anders op deze heilige plek... maar nee. Trappetje dan maar weer op en kromgebogen het kleine deurtje weer uit. Deze kerk gebouwd door Constantijn de Grote op verzoek van zijn moeder doet me in de verste verte niet denken aan het kerstverhaal dat wij op de basisschool meekregen. Geen schaap of ezel te bekennen.

In de bus terug , bij de 'grens' tussen de aan elkaar vast gelegen steden stappen twee soldaten even de bus in om een enkel paspoort te controleren. Voor ons stappen een man en een vrouw uit hun auto. Twee kleine kinderen wachten op de achterbank terwijl hun ouders ondervraagt worden. De auto mag niet doorrijden. Wij gaan terug naar Jeruzalem.

De hoofdstad is opgedeeld in oost en west, gescheiden door een muur. Heel bizar hoe zo'n bouwwerk zo'n invloed kan hebben. Hoe het buren van elkaar scheidt, kinderen van hun school, boeren van hun land, zakenlieden van hun kantoor. De muur waaraan nog steeds gewerkt wordt moet dan toch ook wel een positieve kant hebben... Iemand van de stichting Ir Amin verteld ons dat de veiligheid er op sommige plekken wel door op vooruit is gegaan. Ook terroristen kunnen niet zomaar meer de stad (het westelijke deel) binnenlopen. Op andere plekken, waar nooit wat aan de hand was, lijkt de muur compleet zinloos. De muur is overigens voor het grootste gedeelte geen echte muur maar een hek. Wanneer het aangeraakt wordt zijn binnen twee minuten soldaten ter plaatse. Die zijn er in overvloed, dus waarom ook niet...

We merken het gelijk wanneer we aan de oostelijke kant van de muur rijden... gaten in de wegen verklappen dat hier al jaren niets meer aan de infrastructuur is gedaan. Een blik uit het raam verduidelijkt wat de gids ons al verteld; de gemeenteraad doet niets aan de Palestijnse delen van de stad. Er worden geen nieuwe bouwvergunningen verleent, waardoor veel illegaal gebouwd wordt. De gemeente neemt vervolgens wel weer de moeite om deze huizen af te breken. Buitenlandse joodse investeerders krijgen alle kansen om de mooiste villa's en complexen neer te zetten. In het Palestijnse deel geen speeltuintjes, geen stoep langs de weg, geen vuilniswagen die wekelijks door de straten rijdt en in sommige delen zelfs geen ambulance of brandweer die de buurt inkomt. Dat terwijl alle inwoners van Jeruzalem, joods en Palestijns, evenveel belasting neerleggen voor dezelfde gemeente. Een bestuur waarin uitsluitend joden zitten. De Palestijnse inwoners van de stad weigeren te stemmen waardoor ze niet vertegenwoordigd zijn en niemand naar hun en en wijken omkijkt. Stemmen zou een erkenning betekenen van de Israëlische macht.
De veiligheidsredenen van de muur zijn hetgeen benadrukt wordt, maar politieke redenen lijken niet minder belangrijk. Land dat bij het Palestijnse gebied hoort, of waarover nog onduidelijkheid bestaat, wordt door de afscheidingsmuur verdeeld. Illegale settlements van joden worden bij het Israëlische gebied getrokken en binnen de muur getrokken al liggen ze op Palestijns grondgebied.

Bah, nu ik het zo weer opschrijf en terugdenk klinkt het allemaal nog belachelijker dan wanneer ik er was... stomme muur! Stom land! Waarom moeten die mensen zo moeilijk doen tegenover elkaar. Wat is er mis met die mensen dat ze het elkaar en zichzelf zo moeilijk maken..........
Door mensen zo van elkaar af te scheiden wordt de verdraagzaamheid tegenover elkaar in elk geval niet bevorderd. Hoe moet de jeugd van nu, die opgroeit gescheiden van de andere partij in alle opzichten straks dit stuk land nou gaan besturen, vrede brengen?!

Wanneer we de bus uit rollen ben ik blij om even heel wat anders te gaan doen. Samen met Nadia stap ik op de bus richting Eilat waar we wilden duiken in de Rode zee. In Colombia deed ik een duikcursus met Mor uit Israël, en totaal onder de indruk als we allebei waren van de nieuwe wereld onder het wateroppervlak vertelde zij me dat alleen de rode zee nog indrukwekkender kon zijn dan dat. Dichtbij als ik nu was zou ik dat ook niet mogen missen...Nouja, dichtbij als ik dacht te zijn....

Alles liep perfect totdat we over moesten stappen bij een halte ergens halverwege de woestijn, de bus per ongeluk zonder ons lieten wegrijden, erachter kwamen dat er vanwege sabbat de komende 24 uur geen bussen reden en er maar weinig auto's op de weg reden die ons een lift zouden kunnen geven. Het zou ook eens allemaal op rolletjes lopen...

Diepe zucht, tuurlijk zou het goed komen het was alleen het avontuur waar ik net even helemaal niet op zat te wachten. Terwijl ik nog met mijn duim omhoog en lieve glimlach langs de weg stond, sprak Nadia met een echtpaar dat ons graag uit de brand wilde helpen. Na een belletje was geregeld dat we naar hun dochters huis konden gaan in een stad dichtbij om daar te overnachten. Zo zaten we even later bij Dalit en haar vriend Liroi in hun kleine appartementje fotoboeken te bekijken en spaghetti te eten. We gingen mee naar de verjaardag van een vriendin en dronken een biertje in een bar in Be'er Sheva. De volgende dag bleek dat de bussen pas weer tegen de avond vertrokken.

Ik genoot van de gastvrijheid en de gesprekken met de Israëlische studenten, het zijn dit soort dingen die ik normaal gesproken op reis het geweldigst vindt. Stiekem baalde ik toch ook wel een beetje dat ik de anderhalve dag 'vakantie' binnen de reis die ik mezelf gegund had, met alleen maar duiken en chillen en zeker zónder politiek of conflict, wel kon vergeten. Wel geweldig van ze dat ze ons uit de brand hielpen! Dan verbaas ik me weer over de goedheid van de mens terwijl ik me net zo boos loop te maken over alle ellende die men elkaar aandoet. Wat is dat dan toch?

Anyway...wij werden de volgende dag opgehaald door twee vriendelijke vrienden van vrienden die ons mee namen om de omgeving te verkennen en de saaie sabbat door te komen. Het was eigenlijk te heet om ook maar twee stappen bij de ventilator vandaan te komen, maar met hoed, sjaaltjes en zonnebrand vertrokken we naar een natuurpark waar we een stroompje water bewonderden en ons voorstelden hoe dit in andere tijden van het jaar een prachtige waterval zou zijn. We bezochten het graf van Ben Gurion, de eerste premier van Israël. Hij had het grootste deel van zijn leven gewoond in een Kibboets in de Negev woestijn waar hij ook begraven was. Met onze twee gidsen hadden we interessante gesprekken over bijbaantjes, het weer en het bestaansrecht van Israel, we aten een hapje bij de ene hedonistische tent in town die wél open was voor zonsondergang. Tegen die tijd zaten wij alweer klaar op het busstation om een nieuwe poging op reis richting Eilat te ondernemen.

Onder water was het heel erg mooi. Meer dan een paar meter diep kwamen we niet, we hebben gesnorkeld, dat ging allemaal wat sneller. Zeker de moeite waard. Echt heel bijzonder hoeveel moois je ziet als je alleen je kop maar onder water steekt vanaf de kant! Vissen die ik nog nooit gezien had, koraal en hier en daar een verdwaald schoolklasje op snorkelles. Gaza, conflict, zionisten, kolonisten...het leek een wereld weg van deze plek. Voor we de rest van de groep terugzagen gingen we nog gauw even langs het hostel vlak bij het busstation vol met Israëlische vlaggetjes en bijbelteksten waar we die nacht heerlijk geslapen hadden. Eenmaal terug bij de twintig groepsgenoten vertrokken we naar de grens.

Het moet een paar uur later geweest zijn voordat we allemaal Jordanië bereikt hadden, al was het op loopafstand van waar we waren. Omdat je het land niet als groep zonder begeleiding in mag hadden we ons opgesplitst. Eenmaal in Jordanië schoot het lekker op. Een taxi een jeeprit en een klein klimpartijtje verder zaten we midden in de Wadi Rum vallei te kijken naar hoe de zon langzaam verdween achter de rotsen in de woestijn. Toen ik 's avonds met mn ogen wijd open op mn matje in het tentenkamp lag kon ik me maar moeilijk voorstellen dat ik diezelfde dag nog visjes aan het kijken was in de rode zee.

De sterren vind ik echt het indrukwekkendste van de woestijn. Toen het de volgende dag zo vies heet was wist ik het weer. Toch was dit een heel ander landschap dan de Sahara vorig jaar in Marokko. Ik had gedacht dat elke zandbak op elkaar leek, maar de kleur en de steile rotsen leken niet op die andere woestijn. Zelfs de structuur van het zand is heel anders. Waar je in de Sahara wegzakt bij elke stap die je zet, kon je hier op de meeste plekken makkelijk lopen. De 'hoogtepunten' waar we langs werden gereden in jeeps als de 'mushroomrock' en de ruïne van het huis van lawrence of Arabia of weet ik wat voor famous arabier deden me niet heel veel, maar het totaalplaatje van oneindige zandvlaktes, rotsen, de stilte, de mooie kleuren van het zand en de wetenschap dat er mensen zijn die hier wonen, dag in dag uit, maakten het toch heel bijzonder.

De finale van het wk die avond deed ietwat af aan die speciale sfeer. Toch was het ook wel weer grappig om in de woestijn in Jordanië, onder het genot van een kopje muntthee op een kleed voor heen heel klein tv'tje met een immense satellietverbinding de wedstrijd te kijken. Al is grappig misschien niet helemaal het juiste woord voor die avond. Al was ik in Nederland waarschijnlijk ook niet in een hoekje gaan zitten huilen, het immense landschap om je heen maakt toch dat de dingen allemaal wat onbelangrijker lijken...

Na nog een nacht onder de sterren, ik wilde het liefst slapen met mn ogen open, vertrokken we richting Petra, de uit rotsen gehakte hoofdstad van de Nabateeërs. Vroeger dan. Nu vooral een toeristische trekpleister. Wel heel erg mooi en onvoorstelbaar dat mensen zulke mooie gebouwen hebben kunnen maken met heel wat minder geavanceerde middelen dan tegenwoordig. De uitgehakte gevels die er nog staan, dienden als graftombes. Afterlife was duidelijk belangrijker dan het aardse leven voor de Nabateeërs en daarna voor de Romeinen die de stad veroverden.

Vanuit Petra vervolgde de reis richting Amman. Onderweg bezochten we een kruisvaarderskasteel waarin je heerlijk kon verdwalen in eindeloze gangetjes en maakten we een stop om een duik te kunnen nemen in de Dode Zee... nouja, een 'duik' nou net weer niet. Drijven deden we wel en dat was heel erg relaxt. Wel een raar gevoel, een beetje zeeziek zou je ervan worden... ookal doe je je best, je kunt onmogelijk onder water komen. Het hete water, de felle zon en het brandende zout, maakten dat we ook erg gelukkig waren met het zwembad aan de kust. Na een all-covering moddermaskertje kropen we met een huidje zachter dan dat we sinds onze babytijd geweest waren weer in de bus.

Met Nadia ging ik op pad om wat van het Jordaanse nightlife te ontdekken. We kwamen terecht in de PC hoofd van Amman. Grote auto's met harde muziek toerden door het straatje waar gezinnen, stelletjes en oude mensen heen en weer flaneerden om te zien en gezien te worden. We deden gezellig mee aan dit spektakel en parkeerden onszelf op een terrasje waar we waterpijp rookten en mensen keken. Contrasterend was het levensgrote scherm in de straat waarop Beyoncé zonder enige preutsheid met haar billen schudde tussen de prachtig gesluierde vrouwen en kleine jochies die zich op straat verzamelden om eerstgenoemde te bewonderen.

Vrij ongemakkelijk voelde ik me de volgende dag, toen we met onze grote touringcar met airco en donkere glazen door de wirwar van straatjes en steegjes reden en nagekeken werden door mensen op straat: kinderen zich niet door de hitte lieten weerhouden buiten te spelen, moeders die ze op hun kop gaven, vaders onderweg naar hun werk of misschien naar de slager voor een lekker kippetje voor het avondeten.

In het midden van de chaos stond daar voor ons een heer in pak vergezeld door vier tevens net uitziende collega's van het UNWRA-kamp; het United Nations Relief and Works Agency kamp voor Palestijnse vluchtelingen. Ooit lag het kamp aan de rand van de hoofdstad, 60 jaar later ligt het ingesloten in Amman.

Eenmaal binnen in het gebouw, dat aan de inrichting en kleurplaten te zien normaal als schoolgebouw fungeert, krijgen we een uitleg over de geschiedenis en situatie van dit kamp dat het grootste is van 10 vluchtelingenkampen binnen de Jordaanse grens.
Mijn concentratie richtte zich in de eerste plaats op het geluidloos openmaken van het zakje met voorverpakte zoutjes op tafel. Dat in combinatie met mijn verbazing over de strakke inrichting van dit gebouw en de afleiding door de ringtone van een van de medewerkers van het kamp, maakte dat veel van de uitgebreide info mijn enigszins ontglipte. Vol verbazing en bewondering luisterde ik dan ook naar de kritische en interessante vragen van anderen in onze groep die wél het vloeiend Amerikaans Engelse betoog van de man in het strakke pak hadden gevolgd.

Wat mij daarvan bij is gebleven is dat kinderen tot tien jaar naar gewone openbare scholen in de stad gaan waar ze leren uit lokale Jordaanse boeken. Niet zo raar als je weet dat slechts een vijfde van alle vluchtelingen uit het kamp daadwerkelijk ín het kamp woont en alle Palestijnse vluchtelingen dezelfde burgerrechten hebben als autochtone Jordaners.

Veel van de vluchtelingen zijn geboren en getogen in of rondom het kamp. Tussen 1946 en 1948 kwamen de eerste Palestijnen naar dit gebied nadat ze hun huis moesten verlaten. In 1967 kwam een grote tweede stroom de grens over. Zolang deze mensen niet terug kunnen naar de plek waar hun familie vandaan komt, blijven ze vluchtelingen genoemd worden.

Donoren lijken moe te worden van dit oneindig lijkende probleem. De crisis werkt ook niet in het voordeel voor de fondsenwerving van het kamp en de directie voorziet grote problemen. De 66 dollar die momenteel ontvangen wordt per vluchteling per jaar is niet genoeg om te voorzien in de basisbehoeftes waar het kamp zich op richt; gezondheid en educatie. Het kamp biedt beroepsgerichte opleidingen, gescheiden voor mannen en vrouwen. De cursisten betalen zelf mee aan hun educatie. Alleen families zonder werkend hoofd van de familie (lees: man) krijgen voedsel- en financiële hulp.

De familie bij wie we thuis mogen kijken ontvangt zulke hulp. Sinds haar man is overleden aan kanker staat deze vrouw er alleen voor. Ik ben verbaasd te horen dat ze gewoon huur moet betalen aan de eigenaar van het huis; een andere vluchteling in het kamp. Tijd om mijn beeld van vluchtelingenen weer eens bij te schaven. Voor wie nog dacht aan tenten in de modder; wrong!

Er kan niks af worden gedaan aan de triestheid van de situatie van deze vrouw. Maar mijn gedachten dwalen af naar andere plekken op de wereld waar soortgelijke problemen ook bestaan. Ik vraag me af in hoeverre het feit dat de ouders van deze vrouw die zelf geboren is in Amman, hun huis en land hebben moeten verlaten, invloed heeft op de nare situatie waarin zij zich bevindt.
Ik kan me niet indenken hoe het is om je thuis te moeten verlaten, als minderwaardig aan de kant te worden geschoven, maar ergens zou ik willen dat ze met z'n allen ophouden met zich vluchteling noemen. Hup! Aan de kant met dat slachtofferschap! Dat Jordaanse burgerschap ligt er al, de taal is geen probleem, het grootste deel van de vluchtelingen werkt buiten het kamp, woont buiten het kamp, in de regering zitten Palestijnen, ze lijken volledig in het sociale en economische bestaan geïntegreerd en geaccepteerd te zijn. Waarom niet ophouden met dromen van een plek waar het beter zou zijn, een plek die je misschien nooit in het echt gezien hebt, een plek waar nu misschien wel mensen met elkaar in gevecht zijn, een plek die waarschijnlijk niet meer bestaat zoals in je gedachten?!? Natuurlijk gaat dat tegen al je principes, maar het leven van dag tot dag gaat ook gewoon door..

Intussen begonnen steeds meer mensen met het zorgvuldig opentrekken van de zoutjes en hield ik m'n mond over die gedachtesprongetjes. Who am I......

Na een tour langs het ziekenhuis, de school en via het bloeiende winkelcentrum naar het vrouwencentrum, kon ik weer lekker in onze geairconditioneerde bus stappen.

Het land verlaten ging sneller dan onze intocht een week eerder: Vingerafdruk achter laten, in de camera kijken (voor in de map 'Dutch, female and blond' stel ik me zo voor) en de Jordaanse douane was klaar met ons. De jongetjes en meisjes van de Israëlische douane maken op de een of andere manier steeds minder indruk met hun hightech apparatuur en zinloze vragen. Who cares hoe m'n vader heet?!! Gerrit! Ja, Gerrit ja! Ga daar maar eens op oefenen, mens!

Eenmaal de grens over bracht een absurd grote bus ons veilig naar Haifa, waar ik meteen wegdroomde in het niet onaangename stapelbedje in ons nieuwe hostel en niet eens merkte hoe de rest van de groep waarschijnlijk uren nadat ik mn slaapmaskertje over mn oogjes had getrokken weer thuis kwam na een avondje poolen en bier drinken ...

In Haifa brachten we een bezoek aan de universiteit. Een mooi gebouw waarin zowel Joodse als Arabische studenten hun opleiding volgen. Het waren boeiende gesprekken. Fijn om na al die bezoeken aan officiële instanties ook gewoon met leeftijdsgenoten te kunnen praten over hoe zij de situatie ervaren.

Verbaasd ben ik al niet meer te horen dat er Joodse studenten zijn van midden twintig, die hier op de universiteit voor het eerst met een Arabier gesproken hebben. Scholen zijn gescheiden, men volgt verschillende media en beide partijen kennen het verhaal van één kant. Niet vreemd dat er toch wel een bepaalde spanning voelbaar was in de zaal waarin we met elkaar discussieerden. Ook onderling waren de meningen verdeeld. Dát er gepraat wordt, is natuurlijk sowieso goed.

Graag zou ik zeggen dat 'de nieuwe generatie' een stapje de goede richting in zet door initiatieven als op de universiteit waarin verschillende groepen met elkaar in contact worden gebracht. Aan de andere kant heb ik de afgelopen weken ook vaak het idee gehad dat de polarisatie alleen maar groter aan het worden is.

Ik zou willen dat ik een mooie afsluitende conclusie zou kunnen geven over hoe het daar nou écht zit, wie er gelijk heeft, wat de oplossing zou moeten zijn.... Maar nu ik hier sta en mn tas voor de laatste keer doorzocht wordt voor we weer vertrekken, bedenk ik me dat het er alleen maar ingewikkelder op is geworden. Ter plekke hoor je ook de kleine verhalen, de nuances. Ik het idee dat mensen in dit land in plaats van mét elkaar, vooral langs elkaar heen leven. Het idee dat het een tijdelijke situatie is dat beide groepen 'samenleven' binnen de grenzen van een land, maakt dat er weinig noodzaak tot het zoeken naar overeenkomsten. Raar hoe iets als etniciteit mensen zo kan verdelen... Wat stelt dat überhaupt voor in een land waar mensen allemáál zulke verschillende achtergronden kennen.

Nadat ik m'n laatste Shekels aan een grote koffie verkeerd heb uitgegeven, is het tijd om in het vliegtuig te stappen, onderweg wat te slapen en alweer terug te kunnen denken aan een mooie, gezellige en interessante reis.

  • 15 September 2010 - 17:49

    Mama:

    Indrukwekkend

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Israel, Jeruzalem

gerjanne

29 november vlieg in naar buenos aires... 30 juni vanaf miami terug... in between sowieso naar uruguay, brazilie, suriname, cuba...we'll see

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 277
Totaal aantal bezoekers 138043

Voorgaande reizen:

15 Maart 2015 - 29 Juni 2015

Veldwerk Costa Rica

30 Mei 2013 - 13 Augustus 2013

Zuid-Oost Azie

29 Januari 2012 - 04 Oktober 2012

Nicaragua veldwerk

16 April 2011 - 24 April 2011

Noord-Ierland

04 Juli 2010 - 21 Juli 2010

Israel en Jordanie 2010

20 Juni 2009 - 04 September 2009

Rondreis in Marokko en Spanje

29 November 2007 - 30 Juni 2008

Latin America 07-08 .Lo Mejor :)

01 Juli 2007 - 01 Augustus 2007

Oost-Europa trip

15 Juni 2006 - 10 September 2006

Lanzarote animajobs

01 Augustus 2004 - 30 Juli 2005

URUGUAY

Landen bezocht: